Antiquariaat Hinderickx & Winderickx |
Recensies van het Winkeldagboek.
Ed van Eeden in Het Parool van 22 januari, met toestemming van de auteur hier in zijn geheel opgenomen:
Aanstekelijk gezeur
Winkeldagboek van twee blijmoedig scheldende antiquaren
Weer een boek dat u niet mag missen: het Winkeldagboek van Hans Engberts en René Hesselink.
Een werkelijk heerlijk blader- en leesboek dat je voortdurend de irritante aandrang geeft om angstig wegvluchtende
huisgenoten stukjes voor te lezen.
Waarom mag u zichzelf dit kloeke boekwerk niet onthouden? Omdat het een hartverwarmend inzicht biedt in het diep
melancholische bestaan van een antiquaar. Een antiquaar (spreek uit: antikwaar) is, zoals u weet, een verkoper van
tweedehands boeken. Dit in tegenstelling tot een antiquair, die oude meubels en andere antiquiteiten verkoopt.
Ieder zijn vak.
De beide auteurs van dit boek zijn de oprichters, directeuren en eigenaars van het Utrechtse antiquariaat
Hinderickx & Winderickx (u weet wel, de bekende hoedenmakers uit het 'Alpejagerslied' dat Paul van Ostaijen
ooit aan E. du Perron opdroeg) aan de Oude Gracht. De twee studievrienden hebben sinds kort na de start van
hun bedrijfje, toen nog aan de Herenstraat, tot op de dag van vandaag een winkeldagboek bijgehouden waarin ze
beurtelings schreven: 'Op rustige momenten, wanneer geen klant zich in de winkel vertoonde, maar ook soms vlugvlug
tussen de bedrijven door.'
Het resultaat was een stapel met balpen en vulpen volgeschreven kasboeken, zesduizend vellen in totaal.
Doordat het tweetal daaruit een paar fragmenten publiceerde in een gelegenheidsuitgaafje, werd er een uitgever
op geattendeerd. 'Helaas zag de uitgever geen brood in een integrale uitgave. Slechts tien procent van het geheel
ligt hier voor u,' schrijven de auteurs in hun voorwoord. De vraag is natuurlijk wat er dan wel niet allemaal uit
is weggeschrapt, maar dat zullen we wel nooit te weten komen.
Wat overbleef, is gelukkig zeer de moeite waard. De twee antiquaren communiceren met elkaar via het winkeldagboek,
omdat nu eenmaal niet alles hardop gezegd kan worden: 'Kunde hört mit!' Daarbij hoort veel geouwehoer over geld,
de prijzen van boeken en de soms treurig lage verkopen van de soms tot urenlang nietsdoen veroordeelde boekverkopers
('Vandaag was het weer zo'n dag dat je beter van een omzit dan van een omzet kon spreken.').
Maar aan het eind van zo'n dag wacht steevast een louterende portie alcohol, die met vaste klanten of binnenlopende
vrienden wordt genoten.
Het feit dat de onderlinge correspondentie nooit bewust voor publicatie bedoeld is geweest, levert een prettige
vrijmoedigheid op. Gaandeweg verschijnen er steeds blijmoedige scheldpartijen op het klantendom, dat goede boeken
niet waardeert, probeert af te dingen op pockets van anderhalve gulden, soms alleen maar even komt schuilen voor
de regen of genieten van de altijd opstaande klassieke muziek, en een grote variëteit aan praktisch waardeloos
oud papier te koop komt aanbieden. De dagelijks duidelijk hoorbare bovenbuurvrouw in hun eerste winkelpand wordt
aangeduid als 'ongelofelijk onelegant nijlpaard', boekenkopende meisjes worden met grote waardering beschreven en
de hunkering naar het latemiddagbier zet vaak al 's ochtends in.
De zwarte gal stroomt dan ook lustig: 'Lamgeslagen, door volledig gebrek aan succes en door het voortdurend
moeten doorploegen van dozen en vuilniszakken vol verouderde economieboeken, boeken zonder ruggen waar de hond
overheen heeft gekotst en ook uit elkaar liggende damesromans zit de antiquaar (of zullen we maar weer gewoon
"tweedehandsboekenhandelaar" zeggen) op z'n stoel, die net als hijzelf zijn beste tijd achter zich heeft liggen.'
De een zeurt aanstekelijk over zijn liefdesleven en over de drank ('zijn hondstrouwe vriend in voor- en tegenspoed),
of schrijft waarderend over zojuist hoogstpersoonlijk aangebrachte 'fraaie en gewaagde prijzen' in vers aangekochte boeken,
terwijl hij zich 'door ongevaarlijke gekken en middelmatige zeurkousen omringd' voelt.
De ander signaleert dat de boekenkopers 'steeds brutaler' worden, klaagt over het gebrek aan kennis en smaak
van de klanten, noteert observaties als 'een winkel vol idioten' en vraagt zelfs om een dubbelloops jachtgeweer.
Daar tussendoor staan uitweidingen over gelezen boeken, poëtische uitbarstingen, gemopper op elkaar, geestig weergegeven
telefoongesprekjes en soms ronduit melige anekdotes van het kaliber: '"Boeken te koop gevraagd, zie ik. Mogen dat ook
gebruikte boeken zijn?" "Dat ligt eraan, mevrouw, waarvoor u ze hebt gebruikt."'
Maar ook ontroerende pagina's over het ziekbed van een vaste klant, die in zijn laatste weken zelf zijn waardevolle
verzameling helpt verkopen in de winkel.
Het is niet anders: u zult dit boek zelf ook moeten aanschaffen. Niet duur, bij de erkende boekhandel.
Of in het antiquariaat van de twee auteurs zelf.
Een mooiere recensie kan geen auteur zich wensen. H&R van H&W zijn er in ieder geval heel blij mee!
|